Verdriet

Of het gevoel je nu bekruipt omdat je iemand mist, je grote droom mislukt, je een onbeantwoorde liefde hebt of omdat je gewoon met het verkeerde been uit bed bent gestapt: iedereen voelt zich zo nu en dan verdrietig.

Toch uiten en delen we verdrietige gevoelens beduidend minder snel dan gelukkige gevoelens. Verdriet moet worden opgelost, weggestopt of desnoods genegeerd.

Met het heersende beeld dat geluk maakbaar is durven we geen minuut aan verdriet te verliezen. We lezen krampachtig de zelfhulpadviezen in magazines, storten ons op ons werk en trekken van feestje naar festival met al dan niet wat drugs bij de hand. En, als we het een keer toch niet langer houden, verstoppen we ons onder de dekens.

We lijken te vergeten dat het leven een ritme van opgang én neergang kent. Een ritme dat niet door de samenleving weerspiegeld wordt. Waar geluk massaal gedeeld wordt, lijkt verdriet een verborgen emotie, die hooguit afgezonderd en individueel beleefd wordt.

Waar kun je naartoe om samen los te laten? Een potje te huilen in plaats van te feesten? Te voelen dat je niet de enige bent?

Er heerst een taboe op verdriet. Een ongezond taboe dat tot eenzaamheid en depressie leidt.

Een taboe dat doorbroken moet worden om verdriet te erkennen als onderdeel van het leven.